Scherven

 

Scherven

Tekenaar: Graaf Erik de
Scenarist: Graaf Erik de
Uitgever : De Bezige Bij, Oog & Blik

Wie de vierdelige making of-reeks van Erik de Graaf in onze rubriek De Commentator heeft gelezen, weet al waar een en ander van de oorsprong voor Scherven vandaan komt. Er resteert nog genoeg waarover de Nederlandse auteur het niet had om onbevangen aan het dikke eerste deel van het tweeluik te beginnen.

Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen wat het startschot was voor een deelname in de oorlog die slechts vier dagen zou duren. Op 14 mei moest het Nederlandse leger in het Duitse zijn meerdere erkennen en capituleerde het. Een van de soldaten die aan Nederlandse zijde meevocht en in die hoedanigheid genoeg meemaakte om er een berg trauma’s aan over te houden, is Victor. Bij thuiskomst na de capitulatie is zijn geliefde Esther verdwenen. Op een begraafplaats op 4 mei 1946 vertellen ze elkaar wat hen tijdens de oorlogsjaren overkwam. Het eerste deel is het verhaal van Victor.

Erik de Graaf verweeft fictie en feiten en pendelt tussen verschillende periodes die hij codeert met verschillende inkleuringen. Het ‘vergrijsde’ kleur, zoals hij het zelf noemt, is het heden in 1946, de sepiatinten geven de oorlogsjaren weer. Net zoals in zijn nostalgische Herinneringen-trilogie bedient hij zich ook nu weer van een illustratieve, penseelachtige lijnvoering. Die contrastrijke lijnen wisten auteurs als Yves Chaland of Daniel Torres veel soepeler en beweeglijker op papier te zetten. Bij Erik de Graaf ogen zijn actiemomenten nog te statisch. In die mate zelfs dat waar er effectieve beweging en actie aan te pas komt, de houding van bijvoorbeeld lopende of fietsende personages (kijk eens op de pagina’s 58, 151 en 161) ook met beweeglijntjes zwaar ongeloofwaardig en zelfs potsierlijk overkomen. We vroegen ons ook af waarom de zwart-witlijnen er zo korrelig uitzien want ook de inkleuring vertoont ruis. Het antwoord van de Graaf volstond: “Ik vond dat beter passen bij het onderwerp en karakter van het verhaal, minder glad dan je zou krijgen met strakke penseellijnen. Het is immers een wat emotionelere inhoud dan bijvoorbeeld in mijn eerste boeken.”

De echte vraag is dus veeleer of je je als lezer met personages van papier kan inleven, ook als ze uiterst gestileerd getekend zijn? Aanvankelijk lukt dat inderdaad niet. Sentimenten worden zwaar aangezet met soms waterlanders die ons niets deden. Op dat moment kenden we de voorgeschiedenis nog niet. En dat gebeurde met mondjesmaat in de pagina’s die volgden. Je raakt meer en meer verdiept in het situatiegedreven verhaal waaruit de gevoelens voorkomen. Ook over de wanhoop, het verdiet en alle denkbare drama’s die een oorlog met zich meebrengen, kan je je een idee vormen. Het is dankzij documentaires, films en verhalen als Scherven dat we ons überhaupt nog iets kunnen voorstellen van wat onze ouders of grootouders noodgedwongen moesten meemaken. Net zoals Erik de Graaf meegeeft in het kijkje achter de schermen van het verhaal, hebben wijzelf ook nooit echt onze grootouders uitgevraagd over de oorlogsjaren. Daar werd en wordt nog steeds gewoon niet over gesproken. Misschien moeten we dat eindelijk maar eens doen vooraleer het te laat is.

___________________________

___________________________