Op Tijdreis Door De Schilderkunst

 

Op.Tijdreis.Door .De .Schilderkunst

Tekenaar: Smudja Gradimir
Scenarist: Smudja Gradimir, Smudja Ivana
Uitgeverij: Silvester

We bleven in vertaling al een tijd verstoken van het prachtige schilderwerk van de Joegoslavische stijlkameleon Gradimir Smudja (Het Kunstbordeel, Vincent en Van Gogh). Maar daar is nu verandering in gekomen. Het tweeluik Op Tijdreis door de Schilderkunst, oorspronkelijk uit 2012 en 2015, liet hij schrijven door zijn dochter Ivana die bij dezen als stripmaakster debuteert. Samen presenteren ze ons een reis door de schilderkunstgeschiedenis, al wordt er een serieuze homp van die geschiedenis overgeslagen.

In deel 1 wordt de aanzienlijke periode van de grotschilderingen in Lascaux van zo’n 15.000 voor Christus tot de zeventiende-eeuwse kunstschilder Johannes Vermeer behandeld. Dat lijkt een behoorlijke lap, maar eigenlijk gebruiken de Smudja’s de prehistorische schilderingen als een springplank naar ineens de renaissance met Leonardo da Vinci (1452-1519) als vroege exponent. De rode draad — letterlijk en figuurlijk — is een meisje uit het heden dat kan schilderen. Ze loopt haar rosse kater Vincent (die we nog kennen uit Smudja’s vorige strips) achterna die het beu is te poseren. Tijdens die achtervolging struikelt ze over een rode draad en valt in de grotten van Lascaux. Het is de start van een hoteldebotelverhaal waarin het meisje steeds opnieuw in dieptes valt om bij een andere kunstschilder uit te komen. Belgen en Nederlanders mogen zich vereerd voelen, want de kunstenaars Pieter Brueghel, Pieter Paul Rubens, Rembrandt, Johannes Vermeer en hun bekendste werken komen aan bod. De scènes of taferelen op die schilderijen komen vaak tot leven en maken deel uit van de intriges in de hoofdstukjes. In andere gevallen helpt het meisje zelf leven schenken aan bijvoorbeeld Michelangelo’s plafondschildering in de Sixtijnse kapel, ze poseert (met jeansbroek) voor Vermeers Het Melkmeisje of ze helpt hen uit de problemen. Vincent zorgt voor de komische noot met spitante opmerkingen, al verliest hij zijn rol van betekenis geleidelijk aan.

De platen van Gradimir zijn ongelofelijk. Tegelijk herken je de stijlen van de schilders die hij portretteert als Smudja’s eigen schilderstijl. Hij speelt met perspectieven, vormen, bladschikkingen en maakt van elke prent een visueel festijn. Zijn dochter Ivana bepaalt de inhoud, maar we vermoeden dat ze de gekkigheid van haar vader niet in toom wou (of kon) houden. Zij verweeft historische weetjes met fictie en het verschil tussen beide is duidelijk genoeg. Bij elke overgang naar een andere kunstenaar schreef ze een beknopte biografie. Die tekst is schools of Wikipediaans, maar het situeert ons net zo makkelijk en snel in de juiste historische context.

In het slotalbum van het tweeluik gaat het verhaal verder, van Jean-Antoine Watteau tot Pablo Picasso met daartussenin grootheden als Francisco Goya, Turner, Hokusai, een horde impressionisten, Vincent Van Gogh, Gustav Klimt, Egon Schiele, René Magritte en Edvard Munch.

___________________________

___________________________