Jheronimus

 

Jheronimus

Tekenaar: Ruijters Marcel
Scenarist: Ruijters Marcel
Uitgever: Lecturis

Dat de kronkelige paden van Marcel Ruijters en Jheronimus (Jeroen) Bosch elkaar vroeg of laat zouden kruisen, stond in de sterren geschreven. De invloeden van de schilder waren ook voor de leek duidelijk te herkennen in Ruijters’ scraperboardtekeningen Bestiarium of in Alle Heiligen. Het verraste ons dan ook niet dat de auteur enkele jaren geleden zijn plannen voor een heuse Bosch-stripbiografie aankondigde. Zelf zijn we al jaren fan van de schilder die er in tamelijk puriteinse tijden toch in slaagde om regelmatig (figuurlijk) buiten de lijntjes te kleuren. Voor zijn Tuin der Lusten in het Madrileense Prado of zijn Kruisdrager in het Gentse MSK maken we graag een omweg als we toevallig in de buurt zijn.

Het oorspronkelijk bronnenmateriaal over Bosch is vrij beperkt, maar dat kan voor een auteur zowel bevrijdend als beperkend werken. Ruijters heeft zich zeker goed gedocumenteerd en slaagt erin om een aantal voor ons onbekende weetjes in zijn verhaal te verwerken. Wij hadden bijvoorbeeld steeds het idee dat Bosch een soort van anarchistische atheïst was die om den brode religieuze werken schilderde, Ruijters portretteert hem echter als een godvrezend persoon die via zijn werk de zondaars in spe een geweten wil schoppen.

Is dit nu de definitieve Bosch-bio? Zeker niet, maar dat was waarschijnlijk ook nooit de bedoeling. De auteur is op zijn best als hij de kleine kanten en bijhorende excessen neerzet van een maatschappij die worstelt met zichzelf en klaar is om uit haar middeleeuws keurslijf te barsten. Daarnaast verweeft hij ook heel inventief de ontstaansgeschiedenis van enkele topwerken in het verhaal. Als we echter louter het biografisch aspect onder de loep nemen, ontwaren we net iets te veel onduidelijke tijdsprongen en ontbeert de vertelling de consistentie die bij een logisch opgebouwde biografie hoort. We realiseren ons dat er in het levensverhaal van Bosch heel wat hiaten zitten die we anno 2015 niet meer kunnen achterhalen en we verdragen bijgevolg dat een stripauteur de nodige dichterlijke vrijheden hanteert om die gaten op een geheel eigen manier in te vullen om er een degelijk verhaal van te maken. Maar of je het verhaal nu als een biografie of als een semifictief verhaal pleegt te lezen, op beide fronten bleven we toch wat op onze honger zitten. Deze kruisbestuiving levert dus jammer genoeg niet het eersteklas vuurwerk op waar we al een hele tijd reikhalzend naar uitkeken…

___________________________

___________________________