Harry Octane

 

harry.octane

Tekenaar: Papazoglakis Christian
Scenarist: Papazoglakis Christian
Uitgever : Daedalus

Een reeks als Grand Prix lezen we vooral voor de historische context. De strijd op de weg van een Michel Vaillant of een Alain Chevalier lieten we aan ons passeren (geef ons maar Jommekes De Grasmobiel!). Op tv zappen we vrrroooaaamend weg van Formule 1 – wedstrijden. Eerlijk gezegd hadden we dus nooit verwacht dat strips over de wagensport ons zo zouden fascineren als de collectie Plankgas tot nu doet. Nummers 3 en 4 in de collectie zijn de eerste delen van nieuwe reeksjes die we hier aan je voorstellen.

De flamboyante ladykiller Harry Octane killt tijdens zijn laatse wagenrace in Italië 27 toeschouwers bij een ongeluk. Zijn carrière als autopiloot is voorbij. Om aan zijn verdere bestaan als opleider van toekomstige piloten te ontsnappen, neemt hij een vetbetaald klusje aan van een maffiabons. Harry krijgt drie dagen om Sélène, de 22 – jarige dochter van de don, incognito van de Amerikaanse oostkust naar de westkust te rijden. Zo kan ze aan een veroordeling voor drugsgebruik ontsnappen, letterlijk! Al meteen bij de start heeft Harry in de mot dat hij wordt gevolgd. Dra komt zijn ervaring als piloot van pas. En al snel zitten niet alleen Italiaans sprekende sujetten achter hem aan, maar ook de politie en gemene bikers. Er vloeit bloed, er worden brokken gemaakt en er wordt een band gesmeed tussen de oudere Harry en het jonge veulen Sélène, zo ergens eind jaren 1960, begin jaren 1970.

Christian Papazoglakis werkte al mee aan Chapman in dezelfde collectie Plankgas. Deze keer rijdt hij solo met een personage dat deze keer geen historisch figuur is. En hij voelt zich duidelijk in zijn sas. Harry Octane is een zeer boeiend personage wiens somtijds komische avonturen nog niet zijn uitgeraasd na dit afgeronde eerste deel. Ook de tekenstijl spreekt ons erg aan, het oogt even flitsend als de wagens waarin Harry rijdt. Papazoglakis maakt trouwens geen verschil tussen scènes waarin wagens elkaar achtervolgen en er eentje uit de bocht vliegt of in scènes waarin er gepraat, gewikt en gewogen wordt. Het ziet er allemaal even knap getekend uit met een uitdagende paginalay – out. Harry Octane laat dan ook een consistente indruk na van begin tot eind. Papazoglakis doet zijn personages ook niet eindeloos palaveren. Het gaat bijgevolg stevig vooruit in dit album. Da’s een pluspunt ten opzichte van historisch correcte albums waarin feiten, data en namen nu eenmaal moeten worden opgesomd, wil het nog zijn biografische bedoeling ambiëren.

Ook Traject is fictie. Als kind ziet Vincent Rossi hoe zijn vader sterft nadat een wagen tijdens een autorace op het circuit van Le Mans een vernietigend spoor laat in het publiek. Jaren later, in 1962, is de rijke industrieel, de graaf van Deperray, erop gebrand met een eigen stal deel te nemen aan het racecircuit. Vincent is intussen een mecanicien in de garage van zijn overleden vader die is overgalaten aan iemand anders. Zolang Vincent kan sleutelen aan zijn oude Bugatti 35 is er geen probleem. Door een opeenhoping van vervelende kwesties (het bedrog van zijn vriendinnetje met een jongen die hem op de koop toe in een lastig parket brengt) en een gelukkige ontmoeting met de graaf die voor zijn privécollectie een extra mecanicien kan gebruiken, vindt Vincent emplooi bij de graaf. Hij heeft er even veel oog voor de indrukwekkende collectie wagens als voor de bloedmooie vriendin van de graaf. Deze laatste ziet in Vincent een geschikte racer voor zijn eigen prototype, de Deperray. Maar op een dag doet een nieuw collectiestuk de stoppen van Vincent doorslaan. Die wagen lokte indertijd het ongeluk uit dat zijn vader het leven kostte.

Traject is er niet voor zij die kicken op snelle wagens uit de jaren 1950 en 1960. Ook het “mecanicien wordt racepiloot” – thema vormt niet de sterkte van deze nieuwe reeks. In de eerste plaats draait het om de personages. Roger Seiter zet hierbij zijn beste beentje voor om ze goed in te leiden en ze verder te laten evolueren via de gebeurtenissen die hen overkomen. In de kiem van veel van die situaties schuilen al elementen die in volgende delen zullen worden uitgediept.

Het is Johannes Roussel die nog het meest de klik moet maken. Van de eind achttiende – eeuwse zeevaartstrip H.M.S. – His Majesty’s Ship met zijn ranke schepen naar het landelijke Frankrijk in de jaren 1960 en de racecircuits met zijn dynamische bolides is een hele overstap. Mocht je zijn voorgeschiedenis niet kennen, je zou het ‘m niet nageven dat hij uit een compleet ander vaatje tapt want hij levert overtruigend werk. Hij is er ook drastisch op vooruitgegaan wat het tekenen van gezichten betreft. Een klopje op zijn schouder heeft hij dik verdiend.

___________________________

___________________________

___________________________