Dylan Dog

 

Dylan.Dog

Tekenaar: Stano Angelo, Villa Claudio
Scenarist: Sclavi Tiziano
Uitgever: Silvester

Dylan Dog is een Britse privédetective die Scotland Yard heeft verlaten om zich te specialiseren als detective van nachtmerries en bovennatuurlijke verschijnselen. Zijn ex-chef Bloch, wiens pad nog regelmatig dat van Dylan kruist, neemt het vertrek van de ‘spokenjager’ nog steeds kwalijk. Volgens zijn collega’s heeft Dylan, mede door de vele artikels die aan hem worden gewijd in de pers, het beroep van detective in diskrediet gebracht. Voor Dylan is het eenvoudiger: “We moeten allemaal eten. Ik heb alleen maar een beroep uitgevonden waarin ik de allerbeste ben, want ik heb geen concurrenten.” Een waarheid als een koe en zo’n spitante opmerkingen worden nog wel meer in de albums gespuid. Van zijn assistent Groucho, een acteur die hoopt zijn vroegere professie weer op te kunnen pikken en die gewoonweg niemand minder dan Groucho Marx is, moet je dergelijke commentaren niet verwachten. Zijn specialisatie is het in elke denkbare situatie amechtig debiteren van flauwe grappen in het genre van “Wat is de verleden tijd van komkommersla? Kwamkwammersloeg!” Zelfs in onze tienerjaren vonden we dit geeneens grappig. De andere personages delen onze mening. Toch zorgt Groucho voor de luchtige noot zodat je de verhalen vol zombies, seriemoordenaars uit het verleden en vleuggelloze engelen niet al te serieus moet opnemen.

Dylan Dog is Italiaanse pulp en ’t is nog goed gemaakt ook. Net zoals bij Julia, de reeks die Prestige hier probeerde van de grond te krijgen maar daarin helaas faalde, bedienen de verschillende tekenaars (waaronder een paar die ook aan Julia hebben meegewerkt) die elk een album tekenen zich van een losse realistische stijl die bij de ene beter presenteert dan bij de andere. Van de drie verschenen albums vonden we Jack the Ripper niet alleen het best getekende, maar ook het sterkst van verhaal. Daarin wordt de geest van Jack the Ripper op een séance opgeroepen waarna de bekende seriemoordenaar opnieuw aan het moorden slaat en het daarbij specifiek heeft gemunt op de aanwezigen van de séance. De stiefdochter van de paranormaal begaafde en intussen vermoorde waarzegster is de hoofdverdachte. Ze roept de hulp in van Dylan. Het loon van 50 pond per dag en een extra bedanking voor bewezen of te bewijzen diensten in de vorm van seks (afgaande op de verschenen delen duikt Dylan met elke vrouwelijke cliënt het nest in) laten hem haar wispelturige gedrag verdragen. Te pas en te onpas ontslaat ze hem om hem daarna weer aan te werven, enzovoort. Maar heeft hij zich niet al te makkelijk voor haar kar laten spannen?

Ondanks het fantasy-, griezel- en horrorssfeertje proberen de wisselscenaristen toch een logische verklaring te zoeken voor de vreemde fenomenen en verschijningen. En soms moet je die gewoon voor waar aannemen. Pulp is niet het soort literatuur waar je al te veel bij moet stilstaan. Net om die reden ook lezen de verhalen enorm vlot. De meer dan negentig pagina’s vliegen als het ware voorbij en je hebt toch het idee dat je zuurgespendeerde centjes hebben gerendeerd, vooral als je je hebt ingetekend op een jaarabonnement waarbij je niet alleen 27 euro uitspaart, maar er ook het gratis album De Hemel Kan Wachten (niet apart in de handel te koop) bovenop krijgt. Maar nóg beter ware misschien dat de albums op klein formaat échte pulpmagazines waren met een goedkope kartonnen kaft en papier dat nu al aan het vergelen zou zijn. Silvester opwaardeert de Italiaanse import met mooie hardcovers met spotvernis van een reeks die al sinds oktober 1986 in Italië loopt en waarvan het driehonderdtal maandelijkse afleveringen al honderdduizenden lezers hebben gevonden in Italië en het buitenland. Een filmversie is in de maak.

Hopelijk houdt Silvester de maandelijkse frequentie aan en faalt het niet zoals bij Kobijn waardoor de uitgeverij nu al potentiële intekenaars voor Dylan Dog heeft afgeschrikt. Jammer voor hen want voor de liefhebbers van het genre, dat zich zowel in strips, boeken en films laat gedijen, is dit – bij Judas! – een must.

___________________________

___________________________

___________________________