De Oorlog Van De Lulu’s

 

De.Oorlog.Van.De.Lulus

Tekenaar: Lemaire Vincent
Scenarist: Hautière Régis
Uitgever: Casterman

Daar staan ze dan. Lucien, Lucas, Luigi en Ludwig. De vier Lulu’s. Het weeshuis is helemaal verlaten. Waar is de abt? En de pater? Waar zijn de andere wezen? Zijn ze misschien vertrokken op uitstap? Maar waarom gebeurde dit zo halsoverkop. Ze zijn toch maar een paar uurtjes weggevlucht naar hun kamp in het bos. Konden ze echt niet op hen wachten? Voorzichtig slopen ze verder door de enorme gangen van de verlaten abdij. Ze waren inderdaad helemaal alleen. Moederziel alleen! Eindelijk konden ze doen wat ze willen! Geen klusjes, geen avondgebed, geen les! Ze waren vrij, net zoals de grote mensen. Maar net als ze een extra portie confituur wilden oplepelen om hun geluk te vieren, daverde het weeshuis op zijn grondvesten. Vensters braken, vuur kwam van de trap gerold,… Dit moest wel de apocalyps zijn! Daarom is de abt vertrokken! Angstig verstopte het viertal zich onder de tafel, onvoorbereid voor een eeuwigdurende nacht. Het gefluit van een roodborstje maakte hen wakker. Leefden ze nog? Of waren ze spoken geworden?

Honderd jaar na de eerste Teutoonse bommen bracht de Eerste Wereldoorlog ons al veel beklijvende strips. Drama’s boordevol modder en geronnen bloed. Strips waar je door de tastbare ellende muisstil van wordt. Scenarist Régis Hautière (Abeltje, De Laatste Vlucht, Aquablue,…) sloeg resoluut een andere weg in. De Fransman koos voor verwondering en een open frisheid. Niet de oorlog staat centraal, maar het volwassen worden van vier kinderen. Vier weeskinderen die door hun vervangouders wereldvreemd gehouden worden, uit angst dat ze niet overweg zouden kunnen met de waarheid. Vier weeskinderen die opgegroeid zijn tussen een goede en vrezende God. Vier weeskinderen die ondanks alles vooral zichzelf zijn gebleven. Deze belhamels maken nu kennis met de wereld in zijn wreedste vorm. Dergelijke insteek vereist een propere, zuivere tekenstijl, en die vond Hautière in zijn gouwgenoot Hardoc. In 1996 won hij de felbegeerde Gouden Eekhoorn van het stripfestival van Angoulême en hiermee mocht hij zich de jonge hoop van de stripwereld noemen. De Oorlog van de Lulu’s is zijn eerste vertaalde strip, en het is echt aangenaam kennismaken met zijn karikaturale stijl die lichtjes aanleunt bij Xavier Fourquemin (De Wezentrein) en Michel Plessix (De Wind In De Wilgen). Wij zijn alvast verkocht.

De Oorlog van de Lulu’s is een klassiek opgebouwde kinderstrip die af en toe te licht met de realiteit omspringt, maar die door de frisse tekeningen een aankoop meer dan waard is.

___________________________

___________________________

___________________________