Hasta La Victoria

 

hasta.la.victoria

Tekenaar: Casini Stefano
Scenarist: Casini Stefano
Uitgever : Saga

In de Golf van Mexico vaart een schip de haven van Havana tegemoet. Aan boord krijgt tweede kapitein Nero Maccanti (een Corsicaan) het aan de stok met een Franse matroos die er niet meer tegen kan dat hij bij het pokeren gepluimd wordt door een “vervloekte Hollander”. Als dank voor zijn interventie krijgt hij van de Nederlander een adresje van een Cubaan die kamers aan schappelijke prijzen verhuurt. Nero maakt er dankbaar gebruik van en merkt al bij het betreden van het pand dat dokter de Olivera zich inlaat met het organiseren van het verzet. Het jaar is 1957, de Verenigde Staten beschouwen Cuba op zijn best als vakantie – en feestoord, op zijn slechtst als bordeel en wingewest voor de maffia, een veredeld Las Vegas kortom. Nero raakt langzaam aan betrokken bij de opstand van het Cubaanse volk met een symbolische ontvoering van Grand Prix – piloot Fangio als een teken van actie. In de bergen staat een advocaat, een idealist, een balling klaar om de opstandelingen te leiden. Zijn naam is Fidel Castro, maar die komt in dit eerste deel slechts zijdelings aan bod. Geschiedschrijving is in de maak en Nero maakt er op zijn manier deel van uit.

Achter een niet zo geslaagde cover in aquarel schuilt een behoorlijk getekend verhaal, gestoffeerd met historische details en een rits personages die aanvankelijk nog niets met elkaar te maken hebben en die elk hun portie van het verhaal opeisen. Stefano Casini slaagt er prima in om een geloofwaardig Havana uit 1957 en 1958 neer te zetten, Amerikaanse wagens vol chroom, groezelige achterbuurten en mondaine pleisterplaatsen voor de rich and famous incluis.

Voor wie houdt van maffiaverhalen, een terugblik op een stukje moderne geschiedenis en spectaculaire scènes zoals het ongeluk op het racecircuit van Havana is Hasta la Victoria een must.

___________________________

___________________________

___________________________